Welstuk (van) trap0000.0011

 

 Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid/1e druk: 1953 [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin "Welstuk": blz.: 486, 512

- Hemert, Ries van, Trappen. Handboek voor timmerlieden betrokken bij restauratie van monumenten. Amsterdam (Stichting Nationaal Restauratie Centrum) 2007(voorwoord). [324&blz. ISBN 978.90.77019.10.8]. Hierin "Welstuk": blz. 115 ("Aansluiting van trap aan vloeren. De bovenste trede (welstuk) van een trap wordt in de vloer ingelaten (zie afb. 133). De trap steunt in de meeste gevallen tegen een raveling in de balklaag, die de vloer mede ondersteunt. Hierdoor kan de bovenste trede slechts gedeeltelijk in de raveling vallen en is daarom minder breed dan de andere treden; meestal is dat de helft van de breedte van de andere treden. Soms grijpt de trapboom met een keep in de raveelbalk. Dan is de trede zo breed als de keep aangeeft"), 315 ("Afwerking van de vloer bovenaan de trap, in de vorm van de voorrand van een trede. Het welstuk is de bovenste (laatste) trede van de trap, die aansluit op de verdiepingsvloer" en "Weltrede: Bovenste (laatste) trede van de trap, die aansluit op de verdiepingsvloer. > Welstuk")